Doortrappers in Amsterdam

24-08-2020 2423 keer bekeken

Op 20 augustus publiceerde de Telegraaf een bericht over oudere fietsers in de hoofdstad. Hierin werd het onderzoek van Karin Broer en Marjolein de Lange toegelicht, die onderzoek deden naar de fietsdrukte voor ouderen in de stad en die samenwerkten aan en uitzetten van de ‘Relaxte Fietsroutes’.

Ook Doortrappen werd genoemd in het artikel. In de reactie van de woordvoerder van de betrokken wethouder, Sharon Dijksma, lezen we: 
De zegsman van Dijksma zegt dat de gemeente meer aandacht krijgt voor de oudere fietser. "Naast het onderzoek van De Lange en Broer richt de gemeente zich direct tot deze doelgroep met het programma Doortrappen. Het doel is om te zorgen dat oudere fietsers veilig en prettig kunnen blijven fietsen. In Amsterdam zijn we hiermee in 2019 gestart. Het programma is ontwikkeld door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en richt zich op fietsende 65-plussers. In de hele stad worden jaarlijks verschillende activiteiten aangeboden. Zo zijn er bijvoorbeeld sessies met ergotherapeuten, fietsfitness, fietstochten met andere oudere fietsers en fietschecks met een lokale fietsenmaker."
 

Hieronder het eerste deel van het artikel (uit Telegraaf, 20 augustus 2020).

 

Amsterdam is te druk voor 50-plussers

De oudere fietser voelt zich minder op zijn gemak in de hoofdstad. Dat blijkt uit een onderzoek van Karin Broer en Madeleine de Jong. Een derde van de vijftigplussers laat de binnenstad links liggen. Dat heeft vooral te maken met de drukte in de stad.

"De drukte in de binnenstad vinden oudere fietsers niet prettig", aldus Karin Broer, die samen met Marjolein de Lange onderzoek deed naar 'relaxte' routes vanuit de verschillende windrichtingen naar het centrum.

,"We hebben gevraagd: welke plekken mijd je? Bijna de helft mijdt de drukke plekken", zo wordt geconstateerd op de site van de Amsterdamse Fietsersbond. "Niet alleen 60-plussers, maar ook vijftigers. Een derde van zowel de vijftigers als zestigers in Amsterdam mijdt het Centrum helemaal."

Een van de Amsterdammers die niet meer op de fiets durft, is Wil van Soest, fractievoorzitter van de Partij van de Ouderen in de gemeenteraad. "Ik heb mijn fiets deze maand aan een goed doel gegeven", zegt ze. "Het is niet te doen, want het is levensgevaarlijk in de stad. Ik moet altijd naar de Stopera. Dat durf ik niet meer aan. De fietspaden zijn te smal. Canta's en bakfietsen rijden erop. Maar ook de elektrische fietsen en mountainbikes. En die kunnen wel veertig tot vijftig kilometer per uur. Dat vliegt gewoon voorbij op het fietspad. Niet eens zo lang geleden hebben we in Amsterdam alle scooters van het fietspad gestuurd, dan is het nu tijd voor de volgende stap. Haal die snelle dingen van het fietspad af. Mevrouw Dijksma moet daar iets aan doen."

De laatste keer dat Van Soest in de stad fietste, was vorig jaar. "Er zijn veel ouderen die willen blijven fietsen", zegt ze. "Die moet je wel de ruimte geven. Bredere fietspaden kunnen een oplossing zijn."

"Ouderen in Amsterdam moeten veilig kunnen blijven fietsen", zegt ook de woordvoerder van wethouder Sharon Dijksma. "De opties die uit het onderzoek van De Lange en Broer komen, worden nu verder uitgewerkt."

Blijven bewegen

Oudere Amsterdamse fietsers worden eerder onzeker dan in de rest van Nederland. Dat komt omdat het verkeer hier meer van ze vraagt. De Lange: "Je moet balans houden, rekening houden waar je bent. er is interactie met anderen. Maar het moet niet te complex worden. Het onderzoek moest er komen om te laten zien dat oudere fietsers andere en meer dingen vragen van de infrastructuur."

Ze legt verder uit: "We weten dat er in de toekomst meer ouderen komen. Ook komen er steeds meer fietsers, met name wordt het drukker op de hoofdroutes. Dat is behoorlijk stressvol en een behoorlijke opgave voor oudere fietsers. Tegelijkertijd wil je dat ouderen blijven fietsen. Het is gezond. Je kunt gaan en staan waar je wilt en je presteert iets. Blijven bewegen is heel belangrijk. Maar de drukte moet niet betekenen dat mensen minder gaan fietsen. Blijven fietsen is van belang. En het is ook nog eens neurologisch goed, want het is goed voor al je hersenprocessen."

Ommetjes

Maarten Goudsmit fietst al 53 jaar elke dag door de stad. Hij woont in de Staatsliedenbuurt. "De fiets is zonder meer het meest ideale vervoermiddel in de stad", zegt hij. "Ik rij wel ommetjes om drukke punten te vermijden. De Prins Hendrikkade en de Damstraat zijn bijvoorbeeld straten die ik mijd. Van vrienden en kennissen hoor ik dat ze liever helemaal niet meer in de binnenstad fietsen. Zeker niet in de spits. Het is te druk en je hebt last van scooters. En in de binnenstad zijn ook nog eens toeristen die fietsers niet gewend zijn. Daar bots je wel eens tegenop."

Of Goudsmit dat ooit overkomen is? "Jazeker. Ik weet waar ik het over heb. Een paar jaar geleden ben ik tegen een toerist aangebotst en in het ziekenhuis beland. Sindsdien ben ik bewuster bezig met fietsen. Ik ben vaker gevallen. Ook in de 'shared space'-ruimte bij de pontjes achter het Centraal Station. Diverse malen ben in het ziekenhuis beland voor een hechting en zo. Nooit heel ernstig. En natuurlijk ben ik, net als elke Amsterdammer, ooit in een tramrails terechtgekomen."

Dat vallen is een dingetje bij ouderen, weet ook Broer. Vallen is iets dat vaker gebeurt naarmate fietsers ouder worden. Het worden enkelvoudige ongelukken genoemd. "Uit statistieken weten we dat fietsers vanaf hun vijftigste vaker dan gemiddeld vallen en ernstig gewond raken." Voor Broer was het een eyeopener. "Het bleek dat er heel veel ongelukken gebeuren als gevolg van paaltjes, stoepranden en gladheid. De grijze natuurstenen randen zijn spekglad en daar glijden fietsers over uit."

De angst om te vallen is groot. "Iedereen wordt ouder natuurlijk", zegt Broer. "Dus iedereen krijgt hiermee te maken. Als je ouder wordt, zijn er dingen die je minder goed kan. Die hebben invloed op hoe je het verkeer beleeft. Je hebt minder spierkracht. Je ogen worden minder. Je kunt minder goed uit je ooghoeken kijken. Dat betekent dat je eerder schrikt. Maar als verkeersdeelnemer moet je waarnemen, kijken wat er gaat gebeuren, een beslissing nemen en uiteindelijk moet je handelen. Dat proces duurt langer als je ouder bent. Dat maakt het zowel lastiger als uitdagender."

Volgens Broer worden fietsers die vallen, onzekerder en angstiger. "Mijn moeder is 80plus, en heeft wee jaar geleden een fietsongeluk gehad. Die zag een vader met kind aan komen fietsen. Ze is oud-lerares en dacht: 'Wat leuk'. Maar daardoor lette ze even niet op en knalde tegen een opstaand randje rondom een boom. Ze viel en brak haar pols. Als je boven de tachtig bent, is dat heel ingrijpend. Herstel daarvan gaat niet zo snel als bij jongeren. Het heeft maanden geduurd voordat ze weer op haar fiets zat. Maar ze fietst wel weer."

Vooral de mannen

Daarnaast hebben ouderen volgens Broer het beeld dat ze het allemaal nog wel kunnen. Ze zijn overmoedig en overschatten zichzelf. Vooral de mannen. "Maar dingen worden moeilijker, zoals je reactievermogen, je zicht en ook zoiets als over je schouder kijken wordt ingewikkelder. Door de toegenomen drukte in de stad is het verkeer onoverzichtelijk geworden. Routes die tien jaar geleden nog rustig waren, zijn nu druk."

Broer vindt concluderend dat de gemeente met de ogen van de minder vaardige fietsen naar de fietsinfrastructuur moet kijken. Ouderen hebben meer ruimte nodig. De relaxte routes waarnaar ze met De Lange onderzoek deed, zijn nog niet honderd procent perfect. "Een fietspad moet vergevingsgezind zijn", zegt De Lange daarover.

"Dat je als oudere fietser een foutje maakt, je niet meteen valt. De relaxte routes moeten bijvoorbeeld bij drukke kruispunten behapbaar zijn; het moet in stapjes over te steken zijn. En er moeten niet teveel aanpassingen zijn in de breedte van een fietspad."

Ze geeft een voorbeeld. ,,Achter het Centraal Station ligt een mooi fietspad, maar als je van oost naar west fietst, wordt het ineens een stuk smaller als je ter hoogte van de kap van het station terechtkomt. Die plotselinge versmalling is verraderlijk. Daar kun je tegen aan knallen. Dat had beter aangegeven mogen worden. De gemeente is best welwillend. Maar er kan meer, ook wat betreft de keuze voor roestvrij stalen paaltjes in de binnenstad die op vele plekken middenin het wegdek staan. Ze zijn keihard en slecht zichtbaar."

De zegsman van Dijksma zegt dat de gemeente meer aandacht krijgt voor de oudere fietser. ,,Naast het onderzoek van De Lange en Broer richt de gemeente zich direct tot deze doelgroep met het programma Doortrappen. Het doel is om te zorgen dat oudere fietsers veilig en prettig kunnen blijven fietsen. In Amsterdam zijn we hiermee in 2019 gestart. Het programma is ontwikkeld door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en richt zich op fietsende 65-plussers. In de hele stad worden jaarlijks verschillende activiteiten aangeboden. Zo zijn er bijvoorbeeld sessies met ergotherapeuten, fietsfitness, fietstochten met andere oudere fietsers en fietschecks met een lokale fietsenmaker."
 

 

Cookie-instellingen