In de garage van Johan staan twee fietsen: een gewone stadsfiets en een racefiets. Zijn gewone fiets gebruikt hij voor boodschappen, zijn racefiets voor toertochten. “Ik maak per jaar tussen de 35 en 40 tochten met mijn racefiets. Die tochten zijn meestal van 80 tot 120 kilometer.” Een favoriete route heeft Johan niet. “Alle tochten zijn verschillend en ik vind ze allemaal even mooi.”
Johans liefde voor fietsen ontstond tijdens zijn pensioen. “Dankzij een regeling van mijn werkgever en de regering kon ik op mijn 55ste vervroegd met pensioen. Daardoor had ik veel vrije tijd. Toen kwam het fietsen op mijn pad. Ik kocht een nieuwe racefiets en raakte verliefd op het fietsen.” Hoe dat komt? Johan: “Tijdens het fietsen kun je echt van de natuur genieten. En met de fiets kom je op plekken waar je met de auto niet kunt komen. Daarom hou ik ervan.”
Ook met natte voeten trapt Johan gewoon door. “Ik ben een keer met mijn fiets in de sloot terecht gekomen tijdens een fietstocht met mijn fietsgroep. Gelukkig waren we vlak bij ons adres voor de koffiepauze. Daar kon ik mezelf en mijn fiets even afspoelen. Na de koffie zijn we weer op de pedalen gestapt en toen was ik binnen een paar kilometer weer droog. Ik (en anderen van de fietsgroep) konden er wel om lachen!”
Natuurlijk houdt Johan rekening met fietsveiligheid. Zo zorgt hij ervoor dat zijn fiets altijd in orde is voordat hij aan een tocht begint. Bij zijn racefiets checkt hij bijvoorbeeld of er genoeg druk in zijn banden zit. Maar ook veiligheid tijdens het fietsen is belangrijk. “Ik zorg altijd dat ik een helm op heb. En ik stop op tijd voor een verkeerslicht. Je moet niet denken ‘het kan nog wel even’. Op de fiets moet je zorgen voor je eigen veiligheid.”
Johan sluit zijn verhaal als volgt af: “Als het goed weer is, pak dan altijd de fiets. Je kunt genieten van je omgeving en je bent gelijk in beweging. Fietsen is gezond. Maak er gebruik van!”
Johans verhaal is geschreven door Doortrappen Amsterdam, in samenwerking met de gemeente Amsterdam en de Vervoerregio Amsterdam.